Inleiding
Grofweg zijn er 2 soorten trampoline wedstrijden
Individueel – iedereen springt tegen elkaar
Synchroon – met zijn tweeën tegelijk dezelfde oefening doen. Een duo strijdt als team tegen de andere duo’s
Bij alle wedstrijden zijn de deelnemers op niveau en leeftijd in categorieën onderverdeeld. In Nederland (voor de NK) kennen we 4 niveau’s (divisies). Die elk zijn onderverdeeld in leeftijdsgroepen, welke ook (muv de jongste kinderen) gesplitst zijn in jongens- en meisjesgroepen.
Een wedstrijd bestaat uit 2 delen, de voorwedstrijd en de finale. In de voorwedstrijd worden 2 oefeningen gesprongen. Een verplichte (geheel of gedeeltelijk voorgeschreven) en een keuze oefening (gemaakt door de springer of trainer). Een oefening is een serie van 10 elementen die zonder onderbrekingen en/of hulp van buitenaf achter elkaar uitgevoerd moet worden.
De beste springers (max 8) van elke categorie springen in de finale nogmaals een keuze oefening. Wie voor deze laatste oefening de meeste punten haalt eindigt op de eerste plaats. Er zit een heel panel aan juryleden, met ieder een eigen vakgebied, om dit te beoordelen.
De hoofdjury
Het hoofdjurylid let erop dat een springer de juiste kleding aan heeft, zoals witte sokken, een turnpakje, geen sieraden en de lange haren vastgebonden. Als een van deze zaken niet in orde is of een springer hulp/aanwijzingen krijgt tijdens de oefening kan hij hiervoor een penalty geven. Hij let er ook op dat de trampoline in orde is en alle juryleden opletten. Als de hoofdjury een teken heeft gegeven, mag de springer beginnen met zijn oefening. De hoofdjury let er ook op of je de blauwe rand of de dikke mat raakt. Je moet dan stoppen met je oefening. Ook moet je stoppen met je oefening als je op één been landt, dit is te gevaarlijk. In dat geval bepaalt de hoofdjury het aantal tellende elementen.
Uitvoeringscijfer (E-score)
In het jurypanel zitten 4 juryleden die letten op de uitvoering (netheid). Voor elk element kennen zij 1.0 punt toe, waar zij voor alle onvolkomenheden (kromme armen, kromme benen, niet tijdig openen van salto’s) tussen de 0.0 en 0.5 punten van aftrekken. De middelste twee cijfers worden opgeteld voor het oefeningstotaal
Verplaatsing/HD (horizontal displacement) (H-score)
2 juryleden op hoogte (zodat ze op de trampoline kunnen kijken) opgesteld, bepalen de HD (horizontal displacement in het Nederlands verplaatsing) score. De trampoline springmat is dmv lijnen in verschillende vakken verdeeld. Elke sprong dient in het middelste vierkant rond het kruis te landen. Elk vak buiten dit vierkant heeft zijn eigen aftrekwaarde, die hoger wordt naar mate je verder naar buiten komt (dit is gevaarlijker). Ook hier geldt weer elke sprong is 1.0 minus de aftrek voor het verkeerde vak, waard. Het gemiddelde van de twee hd-cijfers wordt meegenomen naar het oefeningstotaal.
Moeilijkheidscijfer (D-score)
1 of 2 juryleden (1 cijfer) beoordelen wat er wordt gesprongen. Bij de verplichte oefening controleren zij of de voorgeschreven elementen in de juiste volgorde zijn uitgevoerd. Een afwijking hiervan wordt beschouwd als een onderbreking van de oefening. Bij de keuze oefening bepalen zij de moeilijkheidswaarde van de oefening. Afhankelijk van de hoeveelheid lengte- en breedte-as rotaties heeft elk element een eigen moeilijkheidswaarde. Globaal krijg je 0.1 voor elke halve draai om de lengte as en 0.1 voor elke 90° breedte as rotatie. Voor elke volledige salto (360°) krijg je 0.1 bonus. Daarnaast zijn er enkele bonussen voor het uitvoeren van salto’s in grotere (moeilijkere) houdingen. Als sprongen herhaald worden, wordt de moeilijkheidswaarde slechts 1x toegekend.
De som van de E-, H-, en D-score levert het punten totaal voor een oefening op.
ToF (T-score) Time of Flight
Bij wedstrijden van hogere niveau’s (in Nederland 1e divisie en hoger) wordt de vliegtijd dmv sensoren aan de trampoline elektronisch bepaalt. Het aantal seconden dat een springer tijdens zijn oefening in de lucht is, wordt als ToF-score (time of flight) aan het oefeningstotaal toegevoegd. Hoe hoger je springt hoe langer je vliegt. Deze score wordt alleen bij individuele wedstrijden gebruikt.
Synchroniteit (S-score)
Bij synchroonwedstrijden wordt er gekeken naar de synchroniteit. Hierbij gaat het om het gelijktijdig landen van de elementen. over het algemeen wordt dit elektronisch dmv sensoren aan de trampolines bepaalt.
Iedereen die zich daartoe geroepen voelt kan via een cursus bij de KNGU worden opgeleid tot jurylid.
Meer informatie en aanmelden kan via secretariaat@tvveerkracht.nl